Flavio Prà vormt de vierde generatie van een familie van wijnbouwers in Veneto. Hij studeerde zowel in Italië als Bordeaux oenologie en vond op een bepaald moment precies die wijnbergen die hij zocht: de vulkanische bodems van Soave voor zijn witte wijn, de kalkachtige bodems van Valpolicella voor zijn rode wijn en de stenige bodems van Veneto voor alledaagse wijn.